De grootmeester van het kinderboek swingt
‘Het maakt niet uit wat je doet, als je maar alles eruit probeert te halen wat erin zit. Dat heb ik ook altijd gedaan. En ik doe het nog steeds.’ Aan het woord is de grootmeester van het Nederlandse kinderboek: Paul Biegel. Bijna tachtig is hij, maar behalve zijn dunne witte haren is daar helemaal niets van te merken. Geen dag gaat voorbij zonder dat hij een paar uur geschreven heeft, want zijn fantasie wil maar niet met pensioen. ‘Hoe ik dat volhoud? Ik vind het gewoon nog steeds leuk.’
Boze koning
De Kinderboekenweek viert haar 50ste
verjaardag en heeft twee toptalenten in kinderboekenland gevraagd om een Gouden
Kinderboekenweekgeschenk te maken: illustrator Thé Tjong-King en schrijver Paul
Biegel. De één kreeg vorig jaar voor de derde keer een Gouden Penseel en de
ander won twee Gouden Griffels en kreeg een keer het predikaat Beste Kinderboek
van het Jaar, de voorloper van de Gouden Griffel.
Het bijzondere resultaat is
Swing!, een boek waarin net als in de komende Kinderboekenweek muziek centraal
staat. ‘Swing. gaat over een bijzondere trompet waarop niemand kan spelen,
behalve één jongen: Joshua. Als enige van de visserskinderen op een klein
eilandje in het Afrikaanse Victoriameer. En dus speelt hij elke dag voor de
vissers en iedereen denkt dat dat geluk brengt.’
Maar zoals het hoort in een
boek van Biegel, is er een boze koning, die aan de andere kant van het water
woont. Hij is onder de indruk van de toverachtig mooie muziek en laat de jongen
en zijn trompet halen. Gelukkig is daar het meisje Teri, die stiekem meegaat om
hem te beschermen. ‘En meer vertel ik niet!’, zegt de schrijver resoluut. ‘Ga
het boek zelf maar lezen!’
Gek
Het idee voor Swing kreeg Biegel toen hij bij
de première van de opera De roep van de Kinkhoorn was, waar hij de teksten voor
schreef. De directeur van het theater zei tegen hem: ‘U bent iemand die van
muziek houdt. Natuurlijk gaat u dáár het Kinderboekenweekgeschenk over
schrijven.’
Ze had goed opgelet: de schrijver wilde vroeger pianist worden,
maar was niet goed genoeg voor het conservatorium. De liefde voor de muziek
bleef. In zijn woning aan de gracht in het hart van Amsterdam staat nog steeds
zijn vleugel en zwerven bijna meer muziekstukken dan boeken rond. Maar hij
schreef er nooit over. ‘Gek, hè? En het past zo mooi bij het thema van deze
Kinderboekenweek!’
Tovenarij
Zijn sporen verdiende Biegel met spetterend
vertelde, sprookjesachtige verhalen, vol spannende avonturen waarin vaak dingen
gebeuren die eigenlijk niet kunnen. Heel veel volwassenen en kinderen kennen De
kleine kapitein, De tuinen van Dorr, Het Sleutelkruid en De rover
Hoepsika.
Is Swing! een echte Biegel geworden? De schrijver vindt van wel.
‘Alleen gebeuren er dit keer geen dingen in die niet kunnen. Ik heb het wel over
tovenarij maar dan bedoel ik natuurlijk de gave om met je muziek iedereen in
vervoering te brengen. Dat is tovenarij die je ook hier in het Vondelpark kunt
vinden!’
Internet
Hoe hij het allemaal bedenkt weet hij zelf ook
niet. ‘Dat is allemaal zo aan komen waaien. Ik ben nog nooit in Afrika geweest,
behalve Egypte. Maar je hoeft niet ergens geweest te zijn, om er een spannend
verhaal over te vertellen. De meeste dingen heb ik gewoon op internet opgezocht.
Dat het Victoriameer daar Nyanza wordt genoemd, had ik anders niet geweten.’
Hij lacht. Zelfs de man die het Nederlands mooier maakte met woorden die nog
nooit iemand eerder gehoord heeft, zoals ‘wobbelbuik’ en ‘zwebbelarijen’, gaat
met zijn tijd mee. Hij neemt tegenwoordig ook wel eens Engelse woorden in de
mond. ‘Nou ja, wat zeur je? Dat prachtige woord swing is toch niet te
vertalen?’
Voetballen
Natuurlijk hoopt Biegel dat heel veel kinderen
zullen genieten van Swing. ‘Want daar heb ik het voor geschreven en daar is de
Kinderboekenweek ook voor bedoeld.’
Toch vindt de man die zijn hele leven
boeken heeft gemaakt, dat lezen geen verplicht nummer moet zijn, als je er echt
niet van houdt.
‘Als er niets gebeurt in je hoofd wanneer je die letters één
voor één bekijkt, dan kan ik me voorstellen dat je zegt: een boek is niks voor
mij. Ga dan maar lekker voetballen. Dat vind ik echt niet minder waard.’
En
Biegel zelf? Die schrijft gewoon verder. Elke dag. ‘Zal ik je een geheim
vertellen? Het is mijn pen die het allemaal doet. Echt waar! Ik verzín het niet.
Ik hou alleen maar die pen rechtop. En zolang kinderen het mooi blijven vinden
wat eruit komt, laat ik ‘m lekker doorschrijven.’
Paul Biegel
Paul Biegel werd geboren in Bussum (1925).
Zijn werk kreeg in Nederland diverse prijzen en is in vele talen vertaald. Zijn
bekendste titels zijn Het Sleutelkruid (Beste kinderboek van het jaar 1965), De
kleine kapitein (Gouden Griffel 1972), De tuinen van Dorr, De twaalf rovers
(Zilveren Griffel 1972, Nienke van Hichtum-prijs 1973), De rode prinses
(Zilveren Griffel 1988 en Tip van de Nederlandse Kinderjury 1988) en
Nachtverhaal (Gouden Griffel 1993). Biegel wilde eigenlijk concertpianist
worden, maar had niet genoeg talent voor het conservatorium. Hij werd journalist
en leerde verhalen schrijven in de stripstudio van Marten Toonder. Vanaf zijn
debuut in 1962 schreef hij bijna alleen nog maar voor kinderen. Biegel kreeg al
in 1974 de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur voor zijn hele oeuvre.
Dit jaar werd hij voor de tweede keer genomineerd voor de Hans Christian
Andersenprijs, de belangrijkste internationale prijs voor
kinderboekenauteurs.
Paul Biegel: Swing. Met tekeningen van Thé Tjong-Khing. CPNB/Uitgeverij Holland, 92 blz., ISNB90-5965-005-0: tijdens de Kinderboekenweek (van woensdag 6 tot en met zaterdag 16 oktober 2004) gratis bij aanschaf van € 9,99 aan kinderboeken. Meer informatie over de jarige Kinderboekenweek en alle activiteiten op: www.kinderboekenweek.nl
(Bron: Stichting CPNB)