Buurt zeer belangrijk in oordeel bewoners
Voor bewoners zijn woning en buurt onlosmakelijk met elkaar verbonden, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Een aangename woning in een onaangename buurt is soms zo onaantrekkelijk, dat dit een reden is om te verhuizen. Dit blijkt uit de publicatie ‘Tussen studentenhuis en serviceflat’ die minister Dekker van VROM donderdag 28 oktober 2004 heeft overhandigd aan vertegenwoordigers van de meest betrokken brancheorganisaties.
Voor de minister onderstreept deze publicatie nog eens het belang van een integrale aanpak van buurten en wijken, waarbij niet alleen naar de woningen wordt gekeken, maar ook naar de sociale en fysieke woonomgeving. Zij schrijft dit in een begeleidende brief bij de publicatie aan de Tweede Kamer.
Buurtbinding
Het belang van de woonomgeving hangt sterk
samen met de levensfase van het huishouden. Voor jongeren (tot 25 jaar) is de
woning niet veel meer dan een plek om te slapen en zij hechten zich dan ook
nauwelijks aan hun woonomgeving. Met het klimmen der jaren raken mensen echter
in toenemende mate in hun omgeving geworteld. Het krijgen van kinderen is
hierbij een omslagpunt. Via het speelveldje in de buurt, de school en de
sportvereniging komt het sociale netwerk steeds dichter bij huis te liggen.
Mensen hechten zich aan die sociale en fysieke omgeving, met als gevolg dat de
buurt een steeds sterker bindende factor wordt. Die binding vermindert niet als
de kinderen het huis uit gaan; het zijn niet alleen de herinneringen, maar ook
de bekendheid met de buurt – sociaal en fysiek - die de binding blijven bepalen.
Zelfs hoogbejaarden verhuizen dán alleen, als het echt niet anders kan.
Deze
uitkomst onderschrijft het belang dat de minister hecht aan een meer
gedifferentieerd woningaanbod in eenzijdig samengestelde buurten en wijken. Meer
variatie in het woningaanbod vergroot de kans dat mensen binnen de buurt of wijk
hun wooncarrière kunnen maken, wat weer bijdraagt aan het behoud van de sociale
samenhang in zo’n buurt of wijk.
Interviews
Uit grootschalige onderzoeken zoals het
Woningbehoefte Onderzoek kan met grote nauwkeurigheid worden bepaald hoe de
Nederlandse woningvoorraad er uit ziet, wat voor soort woningen en wijken mensen
aantrekkelijk vinden en welke aspecten daarbij een rol spelen. Maar over de
achtergronden van die meningen en hoe bewoners hun woning en omgeving beleven,
is minder bekend. Deze publicatie, die gebaseerd is op uitgebreide interviews
met 120 mensen, brengt niet het woningmarktgedrág in beeld, maar juist de
motieven voor dat gedrag.
Uit de interviews wordt duidelijk hoe mensen het
liefst zouden willen wonen en hoe dat wensbeeld in de loop van de tijd en
levensfase verandert: van studentenhuis tot serviceflat, met alles wat daar
tussen in ligt. Overigens liggen de wensen vaak letterlijk en figuurlijk
dichtbij huis: een iets grotere tuin of een balkon, of een extra kamer. En veel
mensen zijn ronduit tevreden, of zoals een 76-jarige vrouw het formuleert: 'Ik
heb een fijn huis en als ik met vakantie ben geweest, dan ben ik altijd weer
blij als ik die voordeur weer doorkom.'