Callcenter Politie Rotterdam-Rijnmond scoort
In Rotterdam-Rijnmond krijgt 0900-8844 (geen spoed, wel politie) het cijfer 8.4. Het Landelijk Telefoonnummer Politie (LTP) is in september 2000 ingevoerd om de bereikbaarheid van de politie te vergroten en de afhandeling van de gesprekken te optimaliseren. Voor het nummer 0900-8844 geldt het lokaal tarief. Bellers worden via de postcode van het beladres direct doorverbonden met de politie in de betreffende regio. Mobiele bellers, die niet via KPN telefoneren, krijgen contact met het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) in Driebergen en worden doorverbonden met het gewenste politiekorps. Voor acute hulpverlening is het gratis nummer 112 bereikbaar. Eind 2006 heeft een onderzoeksbureau het servicenummer 0900-8844 (geen spoed, wel politie) onderzocht. Hierbij kregen de callcentra gemiddeld een 8, in Rotterdam-Rijnmond zelfs een 8.4. De afgelopen tijd heeft de politie Rotterdam-Rijnmond hard gewerkt aan de bereikbaarheid via het callcenter en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. In 86 procent van de gevallen wordt een gesprek gerealiseerd binnen 20 seconden. Landelijk ligt dit percentage op 81 procent.
Professionaliteit
Uit het onderzoek is gebleken dat de professionaliteit van medewerkers van de callcentra bijna optimaal is. Voor het uitwisselen van informatie wordt bijvoorbeeld het rapportcijfer 9 gegeven, voor professionaliteit / vakbekwaamheid eveneens een 9 en de interesse waarmee wordt geluisterd wordt gewaardeerd met een 10.
Vermijden langdurig doorverbinden
Het callcenter van de politie Rotterdam-Rijnmond heeft een werkwijze waardoor langdurig doorverbinden zo veel mogelijk wordt vermeden. Zij onderscheidt zich hiermee van andere korpsen. Zo worden er terugbelberichten gemaakt als iemand niet in dienst (aanwezig) is of een afdeling niet bereikbaar is. Het streven hierbij is dat zoveel mogelijk gesprekken door het callcenter zelf worden afgehandeld.
Overige resultaten januari 2006
Aangiften
Het totaal aantal opgenomen aangiften bleef, in vergelijking met januari 2005, nagenoeg gelijk. Zo zijn er in januari 2006 9132 aangiften geteld, bijna 1% meer dan in januari 2005. Het aantal aangiften geweldszaken bedroeg 1069, een daling ten opzichte van januari 2005 met 3%. Opvallend was de grote daling van het aantal overvallen met 27 % naar 30 over de gehele maand januari. Het aantal straatroven bedroeg 204; een daling van 2 % ten opzichte van januari 2005. Het aantal aangiften van bedreigingen steeg met 3 procent naar 307. Het aantal aangiften van mishandeling bleef met 352 gelijk.
Verdachten
In totaal werden in januari 2006, 2216 verdachten ter vervolging naar het Openbaar Minister gebracht. Dit was vrijwel evenveel als in januari 2005. In januari steeg het aantal verdachten van geweldsdelicten, woninginbraken en vernielingen met 11%. In totaal werden 729 verdachten ter vervolging aan het Openbaar Ministerie overgedragen. Het aantal jeugdige verdachten dat naar het Openbaar Ministerie ging bedroeg in januari 312, een daling van 7%.
Verdachtenratio
Met ingang van 2006 zijn de doelstellingen in termen van verdachtenratio's geformuleerd. Ieder korps in Nederland gaat in de toekomst met verdachtenratio's werken. De politie Rotterdam-Rijnmond werkt hier als eerste mee. Wat houdt een verdachtenratio in? De verdachtenratio geeft het aantal aangehouden verdachten voor rechtbankzaken aan per 100 aangiften. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat één verdachte voor meerdere zaken (aangiften) verantwoordelijk is, dat geeft de verdachtenratio namelijk niet weer. De verdachtenratio van de politie Rotterdam-Rijnmond (exclusief aanhoudingen m.b.t. alcohol) bedroeg in januari 2006 21.2. Dit betekent dat er per 100 aangiften 21.2 verdachten aan het Openbaar Ministerie werden overgedragen (dus excl. kantonzaken, HALT-verbalen etc.)
Voor geweldsdelicten ligt de verdachtenratio hoger. Per 100 aangiften zijn 43.8 verdachten aan het Openbaar Ministerie overgedragen.