KNRM vaart voor lekke boten
Het jacht lag precies tegen de steile kant van de Ooster te rollen. Met een sleepverbinding werd het schip door de KNRM naar dieper water gesleept. Daar bleek dat de boot ook nog lek was, maar de opvarenden konden het binnenkomende water zelf wegpompen. In Stellendam aangekomen werd besloten dat het beter was om de boot uit het water te halen. Met de ‘Prinses Margriet’ werd de boot in de sluis gebracht waar de gewaarschuwde ‘Willemtje’ lag te wachten. Het jacht werd door ‘Willemtje’ in de binnenhaven afgeleverd waar het uit het water werd gehaald.
Op dezelfde dag om 16:50 uur werd de ‘Willemtje’ gealarmeerd voor een jachtje, zinkende in de jachthaven van Stellendam. Er werd uitgevaren en ter plaatse gekomen bleek het te gaan om de zes meter lange motorkruiser ‘Carpediem’ die zinkende was. Er werd gelijk geprobeerd met een pomp het jachtje leeg te pompen. Toen het bootje een beetje stabiel lag werd het naar de loswal in de binnenhaven gebracht waar het door een kraan uit het water werd gehaald en op de kant gezet.