Gemeente in het gelijk gesteld in zaak Dabbestraat
De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat de gemeente Oostflakkee bij het berekenen van de toekomstige parkeerbehoefte ruime parkeernormen heeft gehanteerd en dat zij ruime marges heeft aangehouden bij het bepalen van de restcapaciteit (het al aanwezige aantal parkeermogelijkheden) in de directe nabijheid van het winkelcentrum. De Raad van State heeft daarom het punt van het Hoger Beroep dat er te weinig parkeergelegenheid zal zijn, ongegrond verklaard.
De Raad van State is verder van mening dat de indieners van het Hoger Beroep tevergeefs hebben aangegeven dat het bouwplan leidt tot een onaanvaardbare toename van de verkeersintensiteit op de Oostdijk en Oudelandsedijk. In haar overweging verwijst de Raad van State naar de door de gemeente hierover opgestelde deskundigenrapporten. De Raad van State stelt dat het hier een prognose betreft over een toekomstige situatie, waarbij enige onzekerheid onvermijdelijk is. Zij geeft tevens aan in de ingediende tegenrapportages onvoldoende bewijs te vinden dat het bouwplan zal leiden tot een overbelasting van de Oostdijk en Oudelandsedijk. Hiermee heeft de Raad van State ook dit punt van het Hoger Beroep ongegrond verklaard.
Vervolgprocedure
Momenteel loopt er nog één bezwaarprocedure die vooral ingaat op de verkeersdruk op de Oudelandsedijk en Oostdijk. Op 7 augustus 2007 is in deze zaak een nieuwe beslissing op bezwaar genomen door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oostflakkee. De in deze zaak uitgesproken schorsing van de bouwvergunning eindigt van rechtswege op 5 oktober 2007.