Gemeente Middelharnis krijgt 7 ton belastinggeld niet terug
De gemeente Middelharnis heeft in 2003 voor de RSG een nieuw schoolgebouw gerealiseerd aan de Koningin Julianaweg in Middelharnis. Uit efficiency oogpunt heeft de gemeente destijds besloten dit gebouw direct na gereedkoming te verkopen aan een stichting en het vervolgens te gaan huren van deze stichting. Hiermee is destijds een besparing gerealiseerd van (netto) ruim € 700.000,-.
Deze besparing vloeit voort uit in vooraftrek gebrachte BTW, verlaagd met de afgedragen BTW en overdrachtsbelasting inzake de verkoop van het pand aan de stichting.
Naheffingsaanslag
De belastingdienst was van mening dat in feite onterecht gebruik was gemaakt van de fiscale mogelijkheden. Zij heeft daarom in 2005 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. De gemeente heeft deze naheffingsaanslag in november 2005 betaald. Tegen deze naheffingsaanslag heeft de gemeente achtereenvolgens bezwaar, beroep en hoger beroep aangetekend. In juli 2009 heeft het college besloten in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.
Uitspraak Hoge Raad
Zeer recent, namelijk op 30 maart 2012 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan. Het oordeel van de Hoge Raad is dat het beroep in cassatie van de gemeente ongegrond is verklaard. Eveneens is het door de Staatssecretaris ingestelde incidentele beroep in cassatie ongegrond verklaard.
De Hoge Raad komt hiermee tot hetzelfde oordeel als het Gerechtshof, namelijk dat de gemeente het schoolgebouw in fiscaal opzicht wèl heeft geleverd aan de stichting, maar dat de gekozen structuur een misbruik van recht vormt. Het argument dat de gemeente op basis van jurisprudentie mocht vertrouwen op de regelgeving van het moment van transactie heeft niet geholpen.
Woensdag 4 april 2012