Wat behouden we voor toekomst in Nieuwe-Tonge?
Gemeente Middelharnis heeft de werkgroep Nieuwe-Tonge in bloei! uitgenodigd mee te praten over erfgoed in voorbereiding op de totstandkoming van de nota Erfgoed 2010. En daarom praat een kleine groep belangstellende inwoners, met ieder een eigen achtergrond, over het onderwerp erfgoed. Een erfenis uit het verleden, te behouden voor de toekomst.
Maar wat is het verleden?Zijn het de huizen op de Klinkerlandseweg en het Korteweegje die gebouwd zijn in de tijd van de wet op het kleingrondbezit? Zijn het de woningen onder architectuur gebouwd aan de Lauwerijnstraat of is het alleen de kerk, de pastorie, het oude raadshuis en de kerkring? Voor het buitengebied is het helemaal ingewikkeld. Weitjes van vroeger met typische namen bestaan nog steeds maar hebben andere perceelgrenzen gekregen, eeuwkanten zijn volgestort, kreken gedempt. Veel is niet meer oorspronkelijk. Men heeft panden gesloopt, delen aangebouwd, fout gerenoveerd of laat het al jaren verpauperen.
Afhankelijk van de omstandigheden hebben inwoners naar eigen inzicht aangepast. Er lijkt weinig beleid te zijn ontwikkeld op wat er behouden moet blijven. Er is veel gestuurd op wat niet mag, te weinig ondersteund in wat er wél mag en hoe het verleden met de wensen van de toekomst gecombineerd kunnen worden. Alleen bij goede richtlijnen en handhaving ervan kan het originele karakter van een dorp beschermd worden.
Wat bepaalt de waarde van een erfenis?
Toch zijn al velen bezig met het inventariseren van oude panden, loodsen of vervallen poterhuisjes waaronder Monumentenzorg, Stichting Beschermd Dorpsgezicht, de provincie en diverse regionaal/culturele organisaties. Wat de een mooi vindt, ziet de ander als een rommeltje. Inmiddels heeft ons dorp ook geen consistente lijn meer qua bouw en structuur. De watersnoodramp heeft veel oude en karakteristieke boerderijen en huizen verwoest en in sneltreinvaart zijn destijds rijen huizen gebouwd die de toen heersende woningnood moesten oplossen. Een zwaar gehavend pand wordt nu gebruikt als garage maar heeft ooit een arm gezin met 13 kinderen gehuisvest. Ja, het is geschiedenis maar wat zegt dat over het verleden? En moeten we die garage nu opknappen en tot museum ombouwen zodat we kunnen laten zien hoe men toen onder erbarmelijke omstandigheden leven moest? Aan de andere kant is het geschiedvervalsing als alleen de mooie panden van de prominenten en notabelen van ons dorp in stand worden gehouden. Dat suggereert op z'n minst een andere levenstandaard dan die werkelijkheid was.
Wat te behouden voor de toekomst?
Is digitaal vastleggen van erfgoed en de bijbehorende geschiedenis niet voldoende om aan volgende generaties door te geven. "Zo zag het er vroeger uit, maar we gaan met onze tijd mee en dus is het er fysiek niet meer" zeggen we dan tegen onze kleinkinderen. Geven we dan toe aan de consumptie-maatschappij; voldoet niet meer dus weg ermee? Uiteindelijk wil elke generatie z'n stempel op de omgeving drukken. Uit gebruikersgemak, praktische overwegingen of smaak. Een kleine groep bewoners waardeert het oude en is in de gelegenheid om dit naar behoren te (onder)houden. De grootste groep heeft simpelweg de middelen niet of woont liever in huizen die voldoen aan de moderne maatstaven van comfort. Want een dorp in een vergrijzende gemeenschap moet tenslotte ook vooruit. Voldoende jong bloed aantrekken om te kunnen blijven bestaan. Wonen in een leuk vrijstaand huisje met ruime tuin is niet meer te doen als je hulpbehoevend bent en 24-uurs zorg nodig hebt. En zodra de (groot)ouders vertrekken naar praktische seniorenwoningen in Middelharnis, vertrekt ook een deel van de gezinnen met jonge kinderen.
Kortom, wordt een dorp gecreeërd dat in de zomer vooral populair is bij Randstedelijke deelnemers aan puzzeltochten of liever een dorp dat dorpse rust en weidsheid biedt maar toch voldoet aan de moderne eisen van wonen, leven en werken voor jong en oud?
Dilemma's
Zoveel inwoners, zoveel meningen, zoveel wensen. Er kan nooit met een kleine afvaardiging worden bepaald wat er specifiek voor de toekomst behouden moet blijven en waarom. Daar zijn anderen veel beter in. Er bestaan al lijsten met beeldbepalende panden, kaarten met geselecteerde gebieden, een bestemmingsplan, een landschapsontwikkelingsplan, diverse rapporten en geschiedenisboekjes met mooie verhalen van vroeger en recent erfgoed.
Wat de werkgroep Nieuwe-Tonge in bloei! namens de inwoners belangrijk vindt en tijdens het overleg met de gemeente en andere organisaties ook vooral heeft aangedragen, zijn ook vooral wensen in algemene zin.
Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende speerpunten en aanbevelingen:
1. Dorpsaangezicht en landelijke (agrarische) uitstraling
We willen het dorpse bewaren in het centrum met dorpskern en de nog overgebleven mooie panden en boerderijen. Het landelijke karakter rondom Nieuwe-Tonge en Battenoord moet behouden blijven en wordt gekenmerkt door de weidse uitzichten, polders, dijken en de daarbij horende nog overgebleven traditionele huizen, schuren en loodsen. Waarbij we vinden dat verpaupering en verkrotting geen plek hebben in ons dorp.
2. De geschiedenis van het water
Het water speelt een grote rol in de geschiedenis van ons dorp. Het landschap wordt gemarkeerd door kreken, dijken en waterloopgebieden. De ramp heeft z'n sporen nagelaten en daarvan zien we de waterhoogte markeringen nog op diverse huizen. Het Finlandplein met geschonken huizen, de graven op het kerkhof en het monument willen we daarom als voorbeeld van onze geschiedenis met het water behouden.
3. Het eren van prominenten
Ondanks dat Nieuwe-Tonge een klein en agrarisch dorp is, komen er prominente mensen uit het dorp voort, mensen die van betekenis waren en een regionale, nationale en soms internationale stempel hebben gedrukt op onze vaderlandse geschiedenis. De graven van deze mensen zijn voor ons belangrijk evenals de straten die naar hen vernoemd zijn.
4. Het duale karakter van de architectuur
Dat de huidige inwoners behouden moeten worden en nieuwe inwoners moeten worden aangetrokken is duidelijk. Alleen dan voorkomen we dat ons dorp een spookdorp wordt. Misschien laten de grote verschillen in (bouw)stijl ook onze eigenwijsheid zien. Voor ieder wat wils, lijkt het uitgangspunt. Knusse arbeiderswoningen aan de Molendijk versus de moderne architectuur van de Lauwerijnstraat. Ondanks dat er waarde wordt gehecht aan de mooie en karakteristieke panden uit de verschillende perioden, wil de werkgroep ook voldoende meegaan met de tijd om aan een ieders behoefte te voldoen. Belangrijk hierbij vinden ze dat afbraak met beleid moet, zonder willekeur en als al het andere al is geprobeerd (tegengaan van verkrotting en stimuleringsmaatregelen ter bevordering van renovatie) op basis van objectieve criteria. Opbouw (bouw van nieuwe woningen, infrastructuur of voorzieningen) moet in harmonie met de huidige situatie ter plekke.
5. Nieuwe-Tonge als doorgangsroute
Voordat de provinciale weg werd aangelegd had Nieuwe-Tonge een doorgangspositie; het dorp lag aan de tramlijn, had een stationnetje en beschikt nog steeds over een kleine (recreatieve) haven op Battenoord. Gesitueerd midden op het eiland, tussen het Haringvliet en de Grevelingen kenmerken het dorp en het buitengebied zich door de doorgangswegen naar Oude-Tonge, Dirksland, Herkingen en Middelharnis. Uitingen van activiteit en bedrijvigheid. De vier entrees van het dorp moeten daarom aantrekkelijk zijn en uitnodigen tot binnenkomen. Op diverse plekken wordt die wens enigszins verstoord door slecht onderhouden panden en schuren. Het oude, vervallen en verpauperde uit het verleden willen we daarom niet behouden.
6. Kleinschaligheid en sociale samenhang
Naast erfgoed in de vorm van fysieke elementen als panden, dijken of monumenten, hechten men waarde aan de kleinschaligheid van het dorp. Klein maar fijn! Hier zijn kinderen veilig en blijft de wereld voor ouderen overzichtelijk en bereikbaar. De fysieke omgeving bepaalt in hoge mate onze sociale samenhang. Een belangrijke reden om hier te blijven of juist te komen wonen. Het beschermen of verbeteren van wat er nu is, wat dat dan ook is vallend onder de noemer erfgoed, vergroot de leefbaarheid.
Nu staat de werkgroep dan aan de vooravond van een nota erfgoed. Een stap in de goede richting maar toch leeft de vraag wat de waarde is van zo'n nota. Als de praktische ‘noodzaak' en de politieke druk groot zijn, worden er toch uitzonderingen op de regel toegestaan. Daarnaast is onze zorg ook dat de gemeente - ondanks de goede bedoelingen en de intentie om te zorgen voor de toekomst van erfgoed - in tijden van bezuinigingen geen financiële ruimte biedt om het plan uit te voeren. Feit blijft wel dat burgers voor het eerst actief uitgenodigd worden om mee te praten. Woensdag 29 september 2010 kan de werkgroep tijdens een bijeenkomst bij de gemeente met vertegenwoordigers van o.a. Historische Vereninging GO De Motte, Stichting Beschermd Dorpsgezicht een reactie geven.
Donderdag 23 september 2010