Nu op de radio: Archipel bij nacht

Windturbines randen Goeree-Overflakkee

Het Rotterdamse havengebied en de randen van oostelijk Goeree-Overflakkee bieden in Zuid-Holland de beste mogelijkheden om windenergie toe te passen. Deze twee regio's zouden de komende vijf jaar 70 Mw aan extra windenergie kunnen produceren. Daarmee kunnen 40.000 huishoudens in hun jaarlijkse stroomverbruik worden voorzien.

Dat staat in de provinciale ontwerpnota windenergie 'Wervelender' die Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben vastgesteld. Behalve in het Rotterdams havengebied en Goeree Overflakkee zien GS goede plaatsingsmogelijkheden van windturbines langs delen van de Zuidrand van Voorne Putten, de A-16 zone bij Dordrecht, de Merwedezone en op enkele locaties langs de A12 en A4. De nieuwste generatie windturbines zijn op al deze locaties economisch rendabel en ruimtelijk goed inpasbaar. Provinciale Staten spreken zich op woensdag 31 maart uit over de nota.

Gewenste en studielocaties
In de nota worden de doelstellingen en gewenste plaatsingslocaties (plaatsingsvisie) voor windenergie in Zuid-Holland beschreven. Deze plaatsingsvisie uit de nota Wervelender zal worden opgenomen in de Provinciale Structuurvisie. Er zijn 23 gewenste locaties voor windenergie aangewezen, hoofdzakelijk geconcentreerd in de eerder genoemde regio's. Bij een gewenste locatie is veelal al onderzoek gedaan naar de inpassingsmogelijkheden en wil de provincie de ontwikkelingen voor windenergie op deze plaatsen steunen. De provincie verwacht dat deze locaties binnen twee jaar in een bestemmingsplan worden opgenomen. Op deze gewenste locaties kan de komende tien jaar ongeveer 430 Mwatt aan windenergie worden geproduceerd, zo is de verwachting.

De nota Wervelender heeft ook studielocaties aangewezen. Voor deze locaties geldt dat ze in beginsel geschikt lijken maar dat nog nader onderzoek nodig is. In de nota 'Wervelender' zijn 29 studielocaties opgenomen.

Ongewenste locaties
De nota heeft ook een aantal gebieden aangegeven waar de provincie geen ontwikkelingen voor windenergie wil toestaan. Het gaat om gebieden met hoge landschappelijke of cultuurhistorische waarden die aangetast zouden worden door hoge turbines, zoals de Hoeksche Waard en het Groene Hart (zogeheten nationale landschappen), provinciale landschappen en Natura 2000-gebieden. Bij twijfelgevallen, zoals de plaatsing van windturbines aan de randen van kwetsbare gebieden, zal de provincie zich laten adviseren door onafhankelijke deskundigen (bijvoorbeeld het zogenoemde kwaliteitsteam Groene Hart). Vervolgens zullen Provinciale Staten zich over een dergelijke aanvraag moeten uitspreken.

Ambities
De provincie Zuid-Holland loopt van alle provincies in Nederland voorop met de realisatie van windenergie. Momenteel staat ongeveer 250 Mw aan vermogen opgesteld. De provincie streeft naar een opgesteld vermogen van 350 Mw in 2015. In de provinciale nota 'Energiebeleid in uitvoeringsperspectief' (vastgesteld door PS in september 2009) is aangegeven dat het haalbaar lijkt dat Zuid-Holland in 2020 circa 1000 Mw aan windenergie heeft gerealiseerd. Dat is dan inclusief de plaatsing van windturbines voor de kust.

Procedure
De Statencommissie Groen, Water en Milieu behandelt op woensdag 17 maart 2010 de nota 'Wervelender'. Op woensdag 31 maart 2010 buigen de voltallige Provinciale Staten zich erover. Vervolgens wordt de nota in de periode tot september 2010 ter inzage gelegd. Uiteindelijk zal de plaatsingsvisie en de locatiekeuzes in de Provinciale Structuurvisie worden verankerd.