Sommelsdijck in Suriname
Door Roeland van Mourik
,,Toen ik in het vliegtuig naar Suriname zat raakte ik aan de praat met een Surinamer die naast me zat,’’ vertelt Moelijker. ,,Hij wist alles van de familie Van Aerssen. Ik dacht: ‘Als de eerste de beste Surinamer die ik tegenkom er al alles van weet, dan belooft deze reis heel wat.’’’
Ongetoomd en ongetuigd
Als gouverneur vertrekt Cornelis van Aerssen op 3 september 1683 richting Suriname. Zijn gouverneurschap wordt ondersteund door de stad Amsterdam en de West-Indische Compagnie. Op 23 november 1683 bereikt van Aerssen Suriname, waar hij zoals daar gebruikelijk heer van Sommelsdijck wordt genoemd.
De teleurstelling is enorm. De hoofdstad Paramaribo telt nog geen dertig huizen, er zijn geen kanonnen, de predikant heeft in geen zeven jaar meer een traktement ontvangen, soldaten krijgen geen soldij en de plantages worden voortdurend aangevallen door Indianen. Van Aerssen vindt het daarom naar eigen zeggen maar een ,,desolaten boedel’’ in Suriname.
Na drie jaar gouverneurschap is er nog niet veel veranderd. Van Aerssen zegt: ,,Suriname is een vreemd gewest, bewoond van het schuim des aardrijks, een ongetoomd en ongetuigd paard.’’
Vrede
Als gouverneur heeft Van Aerssen de taak om recht te spreken. Als Tararica, een opperhoofd van een Indiaanse stam bij een bezoek aan Paramaribo in een dronken bui een Indiaanse vrouw doodslaat en in een kreek gooit, laat Van Aerssen ondanks protest van zijn adviseurs het opperhoofd arresteren. Tararica wordt opgehangen. De Indianen zijn geïntimideerd en sluiten vrede met Van Aerssen.
Daarvoor moet de heer van Sommelsdijck wel een concessie doen. Hij moet trouwen met de dochter van een ander Indiaans opperhoofd. Maar van Sommelsdijck is al getrouwd. Zijn vrouw en 10 kinderen wonen voorlopig in Den Haag. Hij accepteert echter de Indiaanse gewoonte en neemt de vrouw op in zijn huis, zonder met haar te trouwen. Moelijker gelooft dat Van Aerssen met haar een eerbaar leven heeft geleid. ,,Gezien zijn karakter en staan in de traditie: ‘Liever te sterven dan mij te besmetten’, mogen we dat wel aannemen.’’
Waardevol materiaal
Van Aerssen heeft dus het nodige meegemaakt in Suriname. In de tijd dat Suriname in Nederlandse handen was, is er bovendien een aantal forten gebouwd. Daarvan zijn alleen Fort Zeelandia en Fort Nieuw-Amsterdam nog intact. Fort Sommelsdijck dat op de samenvloeiing van de rivieren de Cottica en de Commewijne staat, is echter helemaal vergaan.
Bij dit stervormige fort is de familie Moelijker erg dichtbij geweest met een van hun excursies tijdens de Suriname-reis. Maar om daadwerkelijk aan wal te gaan bij de resten van het fort was onmogelijk. Het fort is geheel overwoekerd en alleen met behulp van hakbijlen is het mogelijk om bij de resten te komen. ,,Misschien een idee voor de vereniging De Motte om daar een proefsleuf te graven,’’ oppert Moelijker. ,,Er zit daar vast een heleboel waardevol materiaal in de grond en de Surinamers hebben zelf geen middelen om dat op te graven.’’
Prachtfiguur
Tijdens het gouverneurschap van Van Aerssen is de suikerteelt in Suriname verdubbeld. De gouverneur heeft het land daarmee zeker iets nagelaten. Verder is in de hoofdstad Paramaribo zelfs een straat naar hem vernoemd: de Van Sommelsdijckstraat. Zelf heeft hij in de hoofdstad een kreek laten graven: de Sommelsdijckse kreek. Bovendien komt in het wapen van Suriname, nog steeds het motto van de familie van Aerssen voor: ‘Rechtvaardigheid (Justitia), godsvrucht (Pietas) en getrouwheid (Fides)’.
Zo heeft dit ,,prachtfiguur’, zoals Moelijker hem omschrijft al met al heel wat achtergelaten in Suriname. Toch leeft de figuur van Van Aerssen, behalve bij de man die naast Moelijker in het vliegtuig zat, niet echt in Suriname. In het Paramaribo-museum is niets te zien van de Van Aerssens, zegt de Suriname-ganger.
Maar de Moelijkers ontmoetten tijdens de vakante in Suriname toch nog drie mensen die wel wat met Van Aerssen hadden: Piet Grootenboer, oorspronkelijk afkomstig uit Melissant, en zijn vrouw die ook een vakantiereisje maakten en behoorlijk ingelezen waren, en mevrouw Van Alen-Koenraadt, die al heel wat jaren in Suriname woont en die Moelijker al een keer ontmoette in het Streekmuseum omdat zij wat speurwerk verrichtte rondom Cornelis van Aerssen.
Fataal
Cornelis van Aerssen overlijdt op 19 juli 1688 in Suriname. Hij wordt door zijn eigen soldaten doodgeschoten. Zij zijn het opknappen van het Fort Zeelandia zat en er ontstaat muiterij. Met getrokken sabel treedt Van Aerssen zijn soldaten tegemoet. Dat wordt hem fataal.
Tijdens de historische wandeling krijgt u van Moelijker en zijn co-rondleider W. Visser nog meer te horen over deze boeiende persoon uit de Sommelsdijkse geschiedenis. Ook zal in de consistorie van de hervormde kerk in Sommelsdijk een PowerPoint-presentatie over de Van Aerssens vertoond worden. Noteer daarom 27 mei 2006 in uw agenda. Startpunt van de wandeling: onder de toren van de hervormde kerk in Sommelsdijk, kosten: twee euro.