Inspecties onderzoeken gebruik bestrijdingsmiddelen
De VROM-Inspectie, de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) onderzoeken het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij het bestrijden van plaagdieren. De VROM-Inspectie neemt hiervoor onder meer de industriële levensmiddelenbedrijven, opslagbedrijven, energieproducenten, non-food bedrijven en zorginstellingen onder de loep.
De VWA inventariseert de horeca en de ambachtelijke bedrijven. De LID wordt ingeschakeld als tijdens inspecties blijkt dat het welzijn van dieren geschaad wordt. Worden tekortkomingen geconstateerd, dan treden de inspecties strafrechtelijk op.
Zorg
Aanleiding voor het onderzoek is de zorg van de
inspecties over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in relatie tot het milieu,
de volksgezondheid en dierwelzijn.
Daarnaast blijkt dat bij onjuist gebruik
van bestrijdingsmiddelen plaagdieren resistent worden. Uitgangspunt bij het
beheersen van dierplagen is preventie. Dit kan via het nemen van bouwtechnische
en hygiënemaatregelen. Als dit onvoldoende resultaat oplevert, kunnen
bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen worden ingezet.
Diploma
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is alleen
toegestaan door gediplomeerde dierplaagbestrijders. De inspecties controleren
onder meer of in het geval van gebruik van bestrijdingsmiddelen voorafgaand
voldoende preventieve maatregelen zijn genomen. Daarnaast wordt gekeken of de
bestrijders in bezit zijn van het verplichte diploma. Ook kijken de inspecties
of de gebruikte bestrijdingsmiddelen in Nederland zijn toegestaan en of ze op de
juiste manier worden gebruikt.