Doodspuiten, ploegen, bouwen en taludbekleding langs sloten
Het komt helaas nog steeds voor, dat de begroeiing van slootkanten wordt doodgespoten. Dit is niet alleen slecht voor het milieu, ook is de kans groot dat de slootkant inzakt. Dat is nadelig voor de waterdoorvoer en geeft problemen bij wateroverlast. Daarom is het al jaren verboden om de begroeiing van slootkanten te vernietigen of te beschadigen. De begroeiing mag alléén door maaien of klepelen kort gehouden worden.
Ploegen langs wegen en watergangen
Langs sommige wegen
zijn geen wegsloten aanwezig. Daar komt het soms voor, dat de wegbermen geheel
of gedeeltelijk worden omgeploegd. Dat is slecht voor de verkeersveiligheid
(zachte bermen) en de wegconstructie (verzakkingen). Het ploegen in wegbermen is
daarom niet toegestaan.
Langs watergangen wordt ook regelmatig tot aan of zelfs ín de slootkant geploegd. Daardoor kan de slootkant inzakken en wordt de waterdoorvoer belemmerd. Er mag daarom niet geploegd worden binnen 0,40 m uit de bovenkant van de slootkant (of zoveel meer als nodig is om inzakken te voorkomen).
Bouwen en planten langs watergangen
Nieuwbouw vindt vaak
plaats op voormalige landbouwgrond. Het kan dan ook gebeuren dat het bouwperceel
aan een watergang ligt. Vaak wil men tot dicht langs de slootkant bouwen. Of
bomen, struiken, hekken, schuttingen en dergelijke vlak langs de slootkant
plaatsen. Dat is echter niet zonder meer toegestaan. Langs de slootkant moet een
strook grond vrij van 'obstakels' blijven. De breedte varieert van 3 tot 5
meter. Dit is afhankelijk van de functie van de watergang. Deze stroken zijn
nodig om:
- vanaf de kant (machinaal) onderhoud uit te voeren
- de baggerspecie te bergen
- de stabiliteit van de slootkanten te waarborgen
- inspectie van de watergangen mogelijk te maken
De watergangen moeten elk jaar onderhouden worden. Dan moet de begroeiing van de slootkanten en de bodem gemaaid of geklepeld worden. Eens in de zes jaar moet ook het buitengewone (het grote) onderhoud uitgevoerd worden. Dan moet de watergang gebaggerd worden, zodat hij weer aan de voorgeschreven maat voldoet. Soms is het nodig om ook tussentijds werkzaamheden uit te voeren, zoals een extra maai- of baggerbeurt of het aanbrengen van een beschoeiing.
Als u langs een watergang wilt gaan bouwen of daar beplanting wilt aanbrengen, houd dan rekening met de obstakelvrije strook. Dan worden problemen voorkomen. Wilt u weten hoe groot de obstakelvrije strook in uw geval moet zijn? Neem dan contact op met de sector beheer en uitvoering van het waterschap (Dwarsweg 40, Middelharnis, tel. 0187-488888).
Taludbekleding en -beplanting
Het is niet toegestaan om
zonder vergunning de (gras-)begroeiing van sloottaluds (de schuine kanten) te
vervangen door taludbekleding, zoals antiworteldoek en tegels, al dan niet met
sierbeplanting.
Voor sloottaluds langs erven en tuinen bestaat een
vrijstellingsregeling met een meldingsplicht. Daarbij gelden wel enkele
voorschriften, die betrekking hebben op de constructie van de bekleding en de
toegestane plantensoorten. Deze voorschriften staan in het
vrijstellingsbesluit.
Het melden moet vooraf gebeuren met een meldingsformulier. Voor de melding hoeft u geen leges te betalen. Meldingsformulieren kunt u gratis opvragen bij het waterschapshuis, Dwarsweg 40, Middelharnis, tel. 0187-488888. U ontvangt dan tevens de tekst van het vrijstellingsbesluit met de voorschriften.