De beschikbaarheid van zoet water staat onder druk

Het jaar 2025 verloopt tot nu toe uitzonderlijk droog. Door het uitblijven van neerslag kampt waterschap Hollandse Delta met verzilting (het zouter worden van het oppervlaktewater) en toenemende druk op de beschikbaarheid van zoet water. De gevolgen zijn merkbaar op meerdere Zuid-Hollandse eilanden. Heemraad Piet van der Eijk licht toe hoe het waterschap omgaat met de gevolgen van droogte en verzilting en welke maatregelen nodig zijn om de beschikbaarheid van zoet water te waarborgen.
Klimaatverandering
Volgens Van der Eijk is de situatie een direct gevolg van de toenemende impact van klimaatverandering. "We zien dat droge zomers vaker voorkomen. Dat betekent langere periodes met lage rivierafvoer, en daardoor ook meer kans op verzilting van het watersysteem," zegt hij. "Daarom werken we aan verbeteringen in de aanvoermogelijkheden van zoet water, onder andere via het Spui en de Benisseinlaat."
Verschillen
Waterschap Hollandse Delta beheert het water op vijf Zuid-Hollandse eilanden: Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, het Eiland van Dordrecht en IJsselmonde. De verziltingsdruk verschilt per gebied. Voor Voorne-Putten wordt onder meer gebruikgemaakt van het Brielse Meer-systeem, dat doorgaans voldoende zoet water aanlevert. Op Goeree-Overflakkee komt het zoet water voorlopig nog in ruime mate binnen via het Haringvliet. “Het Kierbesluit heeft vooralsnog geen grote problemen opgeleverd in dat gebied,” aldus Van der Eijk.
Het eiland van Dordrecht ligt gunstig ten opzichte van de Biesbosch en ontvangt zoet water via een zogeheten hevelsysteem. “Daarmee kunnen we het hele eiland en de stad Dordrecht doorspoelen, wat essentieel is om verzilting tegen te gaan.”
De Hoeksche Waard heeft met twee zijden te maken: één aan het Haringvliet en één aan het Spui. Met name de westzijde ervaart vergelijkbare problemen als de regio ten zuiden van het Spui. Ook in delen van Rotterdam-Zuid, richting de Brienenoordbrug, is het water regelmatig te zout.
Toevoerroutes
Om de regio van voldoende zoet water te blijven voorzien, zijn aanpassingen in het systeem nodig. Van der Eijk wijst op de rol van de Benisseinlaat. “Via die route kunnen we water aanvoeren uit het Spui, omdat het systeem van de Oude Maas regelmatig te zout is om water binnen te laten.”
Een voorbeeld is de Voorne Sluis, waar recreatievaart toegang heeft tot het Brielse Meer, maar die ook een belangrijke rol speelt in de wateraanvoer. “De Benisseinlaat heeft in de praktijk bijna altijd voldoende zoet water kunnen leveren, maar het blijft kwetsbaar. Soms is het zoutgehalte net laag genoeg om nog te kunnen gebruiken. Dat vergt constante aandacht,” zegt Van der Eijk.
Alert
Het waterschap benadrukt dat de huidige situatie vraagt om een structurele aanpak. “We lijken rijk voorzien van zoet water door onze rivieren, maar we moeten beter kijken naar hoe we het water benutten, zodat het niet ongebruikt naar zee stroomt,” aldus Van der Eijk. Samen met onder andere Rijkswaterstaat wordt gekeken naar technische oplossingen om zoet en zout water beter van elkaar te scheiden. “We zullen altijd alert moeten blijven op de beschikbaarheid van zoet water,” besluit hij.
Tip de redactie
Heb je nieuws voor ons? Of het nu gaat om een leuk verhaal, een opmerkelijk bericht, iets dat speelt in de buurt of als je politie of andere hulpdiensten ergens ziet: laat het ons weten! Mail naar redactie@omroeparchipel.nl, bel naar 0187-682630 of stuur een WhatsAppje naar 0187-609512.
Zaterdag 4 oktober 2025