Ouddorpse Reddingsbrigade te hulp bij overstroming

Advertorial -  In de nacht van 10 december 2011 ging tussen 03:00 uur en 03:15 uur bij een viertal leden van de Ouddorpse Reddingsbrigade het alarm af. De gealarmeerde eenheid verzamelde zich omstreeks 03:55 uur bij de loods van de ORB op Ouddorp en reed de Ouddorpse eenheid (OUD210 en OUD018 en bemanning) weg vanaf de loods naar het oefenterrein in de gemeente Westland.

In verband met een overstroming in de gemeente Westland had de burgemeester assistentie gevraagd bij Reddingsbrigade Nederland. Omdat het gebied druk bewoonde dorpskernen heeft werden in totaal tweeëntwintig zogenaamde vletteneenheden verzocht om tussen 05:30 uur en 06:30 uur in 's-Gravenzande aanwezig te zijn. Omstreeks 05:15 uur meldde Ouddorpse eenheid zich ter plaatse. Na enige formaliteiten en nadat een groep van vijf eenheden kon worden gevormd werd een zogenaamde reddinggroep geformeerd. Omstreeks 05:35 uur reed eenheid onder begeleiding van twee motorfietsen van Politie Haaglanden naar een locatie in de gemeente Honselersdijk. Tijdens dit transport werd door de eenheden gereden met de optische blauwe zwaailichten zodat het overige verkeer tijdig aan de kant zou gaan. Ook was dit de eerste keer dat de leden in een dergelijke colonne tijdens een oefening meereden. Ze hebben hier het afgelopen jaar cursus voor gevolgd.

Nadat reddingseenheid was vertrokken bestaande uit de reddingsbrigade's Breda, 's-Hertogenbosch, Zierikzee Monster en Ouddorp, werden zij in Honselersdijk met de kraan van een hulpverleningsvoertuig (brandweer) te water gelaten. Nadat de vijf eenheden te water waren werd koers gezet naar een ondergelopen gebied. Het ondergelopen terrein bleek een parkeerplaats te zijn waar nog één personenauto geparkeerd stond met één persoon op het dak. Met medewerking van twee brandweermannen werd het onderkoelde en bewusteloze slachtoffer door mensen van de reddingsbrigade overgedragen aan hulpverleners in een noodhospitaal nabij het ondergelopen terrein. Bijna direct daarna werd reddingseenheid verzocht naar de Strijplaan en Middelbroeklaan te varen en het gebied te verkennen en het gebied in kaart te brengen omdat het veilinggebied ook dreigde te overstromen. Na circa 35 minuten bleek de kaart op papier te staan.

Na een kort overleg werd reddingeenheid verzocht met spoed te varen naar een gebied genaamd Wollebrand omdat daar een aantal mensen overvallen waren door het hoge water. Ter plaatse aangekomen bleken acht personen aanwezig. Een jongedame was haar hondje kwijt en was onderkoeld geraakt. Vier personen bleken geen letsel te hebben. Eén persoon bleek een gebroken been te hebben en het been werd ter plaatse gespalkt. De dame werd ter plaatse tevens ondersteund door haar zoon en twee kinderen waren hun ouders kwijt geraakt. Alle slachtoffers van het hoge water werden wederom overgedragen aan de hulpverleners van het noodhospitaal.

Vlakbij het noodhospitaal werd de hulp van reddinggroep wederom ingeroepen. Nu bleek het water in een sloot een probleem te geven. Een groep van vijftig mensen probeerden naar de overkant van de sloot te geraken echter was de aanwezige brug niet bruikbaar meer. Met behulp van touw, lijnen en de roeiriemen (peddels) werd een noodbrug gebouwd door de medewerkers van de vijf reddingsbrigades van reddingeenheid. Door de in nood verkerende bewoners werd een ander alternatief gevonden, waardoor de noodbrug niet werd gebruikt en afgebroken. Na deze inzet leek er rust te zijn in de chaos.

Door medewerkers van de 's-Gravenzandse Reddingsbrigade en Reddingsbrigade Nederland werden de aanwezige reddingseenheden voorzien van een lekkere warme kop soep.

Tijdens het nuttigen van de soep kwam ook de voorzitter van de ORB Ouddorp ter plaatse om te zien wat er zich allemaal afspeelde in het Westland.

Helaas duurde de rust niet lang en werd één van de vijf reddinggroepen verzocht met spoed naar de gemeente de Lier te varen. In de Lier waren meerdere meldingen binnen gekomen van bewoners in problemen door hoogwater. De reddinggroep ging met gepaste snelheid in de richting van de Lier. Door het hoge water dreigde de golven welke veroorzaakt werden door de vletten over de dijken te lopen.

Tien minuten later werden ook de overige vier eenheden verzocht naar de Lier te varen. Onderweg naar de Lier bleken stukken van dijken kapot gespoeld te zijn.

Bij het binnenvaren van de Lier werd door de leider van reddingseenheid verzocht assistentie te vragen van een andere reddingseenheid. Nadat reddingseenheid waaronder Ouddorp viel ter plaatse ging werd een terrein van de plaatselijke scouting verkend. Op het terrein bleken al twee slachtoffers geholpen te worden en één persoon was bang voor het reizende water en durfde niet in een vlet aan boord te gaan.

Na een korte verkenning werd de reddingseenheid verzocht door te varen naar een ‘eilandje' alwaar een groep van veertig mensen met spoed geëvacueerd moesten worden. De schipper van de Ouddorpse eenheid werd gekoppeld aan de schipper van de eenheid van Zierikzee en zij maakten gezamenlijk een inventarisatie van de aanwezigen en de aanwezige welke gewond waren. Op het eilandje werd een mevrouw met een mogelijk gebroken nek aangetroffen. De dame kreeg een nekspalk en een deken tegen de kou en werd op een brancard naar een gereedstaande ambulance vervoerd. Ook werd een man met een gebroken been aangetroffen en zijn been werd ook gespalkt en later naar een ambulance gevaren. Eén dame met suikerziekte raakte bewusteloos en zij werd ook aan ambulancepersoneel overgedragen op hoger gelegen grond. Eén persoon met rolstoel en begeleider werden net als de overige personen vervoerd naar hoger gelegen terrein en werden daar door hulpverleners opgevangen. Aan boord van de Ouddorpse reddingvlet werd tevens een vrouwelijk slachtoffer verbonden omdat zij een open botbreuk bleek te hebben aan één van haar handen.

Op het ‘eilandje' werd tevens een stoffelijk overschot gevonden. Omdat het een stoffelijk overschot van een vermoedelijk geweldsmisdrijf betrof werd het terrein om het lichaam ruim afgezet en politie Haaglanden te plaatse gevraagd.

Alle het genoemde hierboven betrof een oefening. Voor de Ouddorpse Reddingsbrigade was dit weer al een aantal jaren geleden dat er deelgenomen werd aan een dergelijke oefening. Ondanks de aanvang in het holst van de nacht was de oefening in het Westland, genaamd We(s)tland, een leerzame en indrukwekkende oefendag.

Uit de regio Rotterdam-Rijnmond waren ook de eenheden van Hellevoetsluis en Rockanje ter plaatse .

Het ORB Rampenteam bestond deze keer uit: Dick Scholtens, Ard Quak, Cees van Hoven en Jaco Joppe.

Vrijdag 16 december 2011
Door Internetredactie FlakkeeNieuws